Hoe houd je de kosten laag?
Ik dacht niet helder na.
Ik vond het leuk wat je zei.
Ik heb nog geen ja gezegd.
Heb je er een gevonden?
Er viel een vlieg in de melk.
Herhaal dit nog een keer.
Begrijpen wij je niet?
Wij begrijpen waarom.
Ik wil mijn sleutel terug.
Waarom geven we Tom geen kans?
Ze kunnen allemaal rijden.
Ik zal niet voor Tom werken.
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
Weet u hoe lang het rijden is?
Hoe laat begint u met werken?
Waar kan ik geld wisselen?
Eet je graag rundsvlees?
hij was boos dat ik het niet deed
We moeten Tom nog een kans geven.