Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We need to get out of here now.	We moeten hier nu weg.
	The sooner the better.	Hoe eerder hoe beter.
	How do you like it?	Hoe bevalt het je?
	Don’t forget anything.	Niets vergeten.
	I do not believe it.	Ik geloof het niet.
	How’s the job?	Hoe bevalt je baan?
	Where is the toilet?	Waar is het toilet?
	Don’t worry.	Maak je geen zorgen.
	I don’t understand you.	Ik begrijp je niet.
	See you this evening.	Ik zie je vanavond.
	when we had the idea	toen we het idee hadden
	I don't take drugs.	Ik gebruik geen drugs.
	I don’t understand.	Ik begrijp het niet.
	What’s in these boxes?	Wat zit er in deze dozen?
	How do you like this town?	Hoe bevalt deze stad u?
	Why don’t we do it now?	Waarom doen we het nu niet?
	I’ll be coming back tonight.	Ik kom vanavond terug.
	What time is breakfast?	Hoe laat is het ontbijt?
	I’m just going to the toilet.	Ik ga even naar het toilet.
	It rained the whole day.	De regen hield de hele dag aan.