Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - T

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) (1)
English Dutch Recording Learn
Tom spent the night in the woods.

Tom bracht de nacht door in het woud.

Tom struggled frantically.

Tom worstelde heftig.

Tom talked.

Tom sprak.

Tom thought it was going to hurt.

Tom dacht dat het pijn zou doen.

Tom told me that I was wasting my time.

Tom zei me dat ik mijn tijd aan het verspillen was.

Tom told me today that he loved me.

Tom heeft me vandaag verteld dat hij van me houdt.

Tom wanted to get back home.

Tom wilde naar huis komen.

Tom wants to buy a pony for his son.

Tom wil een pony kopen voor zijn zoon.

Tom wants to sell the farm.

Tom wil de boerderij verkopen.

Tom was able to help us today.

Tom kon ons helpen vandaag.

Tom was attacked by a lion.

Tom werd aangevallen door een leeuw.

Tom was born three months after Mary.

Tom is drie maanden na Mary geboren.

Tom was brutally murdered in his own house.

Tom is op brute wijze vermoord in zijn eigen huis.

Tom was brutally murdered in his own house.

Tom is op brute wijze vermoord in zijn eigen huis.

Tom was homesick.

Tom kreeg heimwee.

Tom was hungry and wanted something to eat.

Tom had honger en wilde iets om te eten.

Tom was my father.

Tom was mijn vader.

Tom was my husband.

Tom was mijn echtgenoot.

Tom was my son.

Tom was mijn zoon.

Tom was one of the three who died in the attack.

Tom was één van de drie die stierven in de aanval.

Tom was sentenced to fifteen years in jail for being an accessory to murder.

Tom werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf voor medeplichtigheid aan moord.

Tom was strong.

Tom was sterk.

Tom wasn’t satisfied with Mary’s answer.

Tom was niet tevreden met het antwoord van Mary.

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Tom will be too late.

Tom zal te laat zijn.

Tom will explain it to you.

Tom zal het je uitleggen.

Tom will have nightmares.

Tom zal nachtmerries krijgen.

Tom will improve.

Tom zal verbeteren.

Tom will never let me do that.

Tom zou me dat nooit laten doen.

Tom won’t mind.

Dat zal Tom niet storen.

tomato

tomaat

tomato juice

tomatensap

tomatoes

tomaten

tomcat

kater

tomorrow

morgen

tomorrow evening

morgenavond