Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - S

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) (1)
English Dutch Recording Learn
She quit the company.

Ze heeft de firma verlaten.

She rarely got visitors, because the other ducks preferred to swim in the canal, than to come out of the water to talk to her.

Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.

She really likes cats a lot.

Ze houdt heel erg van katten.

She sat down on a step from the landing in the courtyard.

Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.

She slowly disappeared into the foggy forest.

Ze verdween langzaam in het nevelige bos.

She suddenly fell silent.

Plots werd ze stil.

She suddenly kissed me.

Plots kuste ze me.

she talks your ears off your head

ze kletst je de oren van het hoofd

She took one out!

Zij haalde er een uit!

She took the child’s temperature to see if they had a fever.

Zij temperatuurde het kind om te zien of het koorts had.

She took the little girl in her arms, and they both flew upwards, towards the brightness and joy far above the earth, endlessly high.

zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.

She took the pencil and started writing.

Ze nam het potlood en begon te schrijven.

She wants to do it.

Ze wil het doen.

she was

zij was

She was a descendant of one of the most important families in Venice.

Ze was een telg uit een van de aanzienlijkste families van Venetië.

She was promoted.

Ze kreeg promotie.

She was still a virgin.

Ze was nog steeds een maagd.

She was sure to be beaten by her father, and it was cold at home too; above them they had only the roof through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags.

Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en te huis was het ook koud; boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stroo en lompen dichtgestopt zijn.

She wasn’t able to meet him.

Ze kon hem niet ontmoeten.

She wears glasses.

Zij draagt een bril.

sheep

schaap

sheep (plural)

schapen

sheet

blad

sheets

bladen

shekel

sikkel

shekels

sikkels

shelf filler

vakkenvuller

shells

schalen

shelter

schuilplaats

shelter (short form)

schuil

shelves

vakken

She’s already over there.

Ze is ginder al hé.

She’s asking for the impossible.

Zij vraagt het onmogelijke.

She’s eight years old.

Ze is acht jaar oud.

She’s our neighbor.

Ze is onze buur.

She’s overconfident, isn’t she?

Ze is overmoedig, nietwaar?