Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (1) 1 (6) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1691) B (591) C (1029) D (721) E (441) F (572) G (358) H (941) I (1639) J (101) K (65) L (429) M (582) N (297) O (316) P (719) Q (27) R (442) S (1468) T (6379) U (130) V (105) W (998) X (4) Y (322) Z (10)
English Dutch Recording Learn
I’m curious. Ik ben benieuwd.
I’m disgusted by his attitude. Ik walg van zijn houding.
I’m disgusted. Ik walg ervan.
I’m drawing a man. Ik maak een tekening van een man.
I’m drooling. Ik kwijl.
I’m dropping out of school. Ik ga van school af.
I’m drowning! Ik verdrink!
I’m eighteen. Ik ben achttien jaar.
I’m expecting him. Ik verwacht hem.
I’m fed up with your attitude. Ik ben jouw houding zat.
I’m finished. Ik ben klaar.
I’m free now. Ik heb nu tijd.
I’m freezing. Ik bevries.
I’m from England. Ik kom uit Engeland.
I’m from Spain. Ik kom uit Spanje.
I’m getting a bit chubby again. Ik word weer een beetje mollig.
I’m glad you invited me. Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
I’m glad you weren’t there. Ik ben blij dat je er niet was.
I’m going ik ga
I’m going shopping tomorrow. Ik ga morgen winkelen.
I’m going to attend the meeting. Ik ga naar de vergadering.
I’m going to Australia to work on a farm. Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
I’m going to be late for work. Ik kom te laat op mijn werk.
I’m going to call Tom later. Ik ga Tom straks bellen.
I’m going to cut and paste some text. Ik ga wat tekst knippen en plakken.
I’m going to see you. Ik ga je zien.
I’m going to the office. Ik ga naar kantoor.
I’m going to the shop. Ik ga naar de winkel heen.
I’m going to work. Ik ga naar mijn werk.
I’m grateful for your help. Ik ben je dankbaar voor je hulp.
I’m guessing you didn’t buy this yourself. Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
I’m happy. Ik ben gelukkig.
I’m home. Ik ben thuis.
I’m ill. Ik ben ziek.
I’m in a lot of pain. Ik heb veel pijn.
I’m in love with you. Ik ben verliefd op jou.