Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - T

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)
Dutch Recording English Learn
Twee sjofel uitziende tovenaars staarden hem aan.
Two shabby-looking wizards stared at him.
twee sneetjes peperkoek
two slices of gingerbread
twee studenten
two students
twee uur
two o’clock
twee vijf
two five
twee voorbeelden om dit te verduidelijken
two examples to clarify this
twee vrouwen
two women
twee weken geleden
two weeks ago
twee wielertoeristen
two tourist cyclists
twee zes vier
two six four
tweede
second (ordinal)
Tweede slag!
Strike two!
tweedehands
second-hand
tweedracht
discord
tweeduizend
two thousand (2,000)
tweeduizend dertien
two thousand thirteen (2013)
tweeduizend eenentwintig
two thousand and twenty-one (2021)
tweeduizend tweeëntwintig
two thousand and twenty-two (2022)
tweeëndertig
thirty-two (32)
tweeënnegentig
ninety-two (92)
tweeëntachtig
eighty-two (82)
tweeëntwintig
twenty-two (22)
tweeënveertig
forty-two (42)
tweeënvijftig
fifty-two (52)
tweeënzestig
sixty-two (62)
tweeënzeventig
seventy-two (72)
tweehonderd
two hundred (200)
tweehonderdachttien
two hundred and eighteen (218)
tweehonderddertigduizend
two hundred and thirty thousand (230,000)
tweehonderdeen
two hundred and one (201 )
tweehonderdnegenenzestig
two hundred and sixty-nine (269 )
tweehonderdtweeëntwintig
two hundred and twenty-two (222 )
tweehonderdtweeënvijftig
two hundred and fifty-two (252 )
tweehonderdvierenzeventig
two hundred and seventy-four
tweehonderdvijfendertig
two hundred and thirty-five (235 )
tweehonderdvijftig
two hundred and fifty