Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)
Dutch Recording English Learn
Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.
Mary is one of the prettiest women in Boston.
Maria is hysterisch.
Mary is hysterical.
Maria is in verwachting van een dochter.
Mary is expecting a girl.
Maria is prachtig.
Mary is gorgeous.
Maria is wereldwijd de toonaangevende experte over eekhoorntjes.
Mary is the world’s leading expert on squirrels.
Maria raakte in verwachting.
Mary became pregnant.
Maria’s
Mary’s
marionet
puppet
markt
market
markten
markets
marktkramer
market vendor
marktleider
market leader
marmer
marble
marmeren
marble
Marokkaans
Moroccan
Marokko
Morocco
Mars
Mars
Mars heeft twee manen.
Mars has two moons.
martelen
to torture
Mary
Mary
Mary brengt uren in de badkamer door.
Mary spends hours in the bathroom.
Mary droeg een strakke rode jurk.
Mary was wearing a tight red dress.
Mary heeft haar sieraden omgedaan.
Mary put on her jewellery.
Mary heeft meer kleren dan Tom.
Mary has more clothes than Tom.
Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.
Mary has not yet replied to Tom’s letter.
Mary sliep op de trein.
Mary slept on the train.
Mary speelt de harp.
Mary plays the harp.
Mary’s
Mary’s
masker
mask
massa
mass
massaal
massive
mast
mast
mat
carpet
materiaal
material
materialen
materials
materiële
material