Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)
Dutch Recording English Learn
Mag ik een fles witte wijn?
May I have a bottle of white wine?
Mag ik een glas wijn?
May I have a glass of wine?
Mag ik een kop thee?
May I have a cup of tea?
Mag ik een menu zien?
Could I see a menu?
Mag ik een zak?
Can I have a bag?
Mag ik even plassen voordat we vertrekken?
Can I quickly pee before we leave?
Mag ik even uw aandacht?
May I have your attention please.
Mag ik gaan?
Can I go?
Mag ik het menu, alstublieft
Can I see the menu, please?
Mag ik hier zitten?
Can I sit here?
Mag ik je iets vragen?
May I ask you a question?
Mag ik je kussen?
Can I kiss you?
Mag ik met je mee?
Can I come with you?
Mag ik mij voorstellen?
May I introduce myself?
Mag ik u mijn broer voorstellen.
May I introduce my brother to you.
Mag ik u mijn vriend voorstellen!
May I introduce my friend to you!
Mag ik u mijn zoon voorstellen
May I introduce my son to you
Mag ik u mijn zus voorstellen.
May I introduce my sister to you.
Mag ik uw telefoon gebruiken?
Can I use your phone?
Mag ik wat boter?
May I have some butter?
Mag ik wat meer?
Could I have some more?
Mag ik wat zout?
May I have some salt?
magazijn
warehouse
magazine
magazine
magertjes
meagre
magneet
magnet
magnetron
microwave
mainframe
mainframe
maïs
sweetcorn
make-up
makeup
make-up opdoen
to put on makeup
makelaar
estate agent
maken
to make
maken
make (plural)
maken van aanbevelingen
to make recommendations
makkelijk
easy