Dutch-English Dictionary - G

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)

Dutch	English	Learn
gedroeg	behaved	Learn
gedrongen	squat	Learn
gedronken	drunk	Learn
gedroogde	dried	Learn
gedrukte	printed	Learn
geducht	formidable	Learn
geducht	extremely	Learn
geduld	patience	Learn
geduldig	patient	Learn
geduurd	lasted	Learn
gedwarsboomd	thwarted	Learn
gedwongen	forced	Learn
gedwongen of verplichte arbeid	forced or compulsory work	Learn
geef	give	Learn
geef	cared for (part)
Geef het bevel!	Give the command!	Learn
Geef hun de schijf.	Give them the disk.	Learn
Geef hun mijn nummer.	Give them my number.	Learn
Geef me alsjeblieft de lijm en de schaar die in die doos zitten.	Hand me the glue and the scissors in that box, please.	Learn
Geef me alsjeblieft een bondig antwoord.	Please give me a concise answer.	Learn
Geef me dat niet.	Don’t give me that.	Learn
Geef me de vijf!	High five!	Learn
Geef me honderd dollar.	Give me a hundred dollars.	Learn
Geef me mijn ring terug.	Give me back my ring.	Learn
Geef niet toe aan uw hartstochten en begeerten, zoals gebeurt bij mensen die God niet kennen.	Do not give in to your passions and desires, as happens to people who do not know God.	Learn
geeft	gives	Learn
geeft aan	indicates	Learn
geeft een schatting van de kost	gives an estimate of the cost	Learn
geëindigd	finished	Learn
geel	yellow	Learn
geelbruine	yellow-brown	Learn
geen baat	no benefit	Learn
geen doorgaande weg	no through road	Learn
geen doorgaande weg aan de linkerkant	no through road on the left	Learn
geen enkel mededogen	no compassion	Learn
geen enkele	not a single	Learn