Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
a widow een weduwe 1 month ago
the widows de weduwen 1 month ago
The missing parts were found in the box. De ontbrekende onderdelen werden in de doos gevonden. 1 month ago
The error in the system was quickly found. De fout in het systeem werd snel gevonden. 1 month ago
The items were found neat and tidy. De spullen werden netjes en opgeruimd aangetroffen. 1 month ago
The painting was found damaged. Het schilderij werd beschadigd teruggevonden. 1 month ago
The documents were found in the archive. De documenten zijn in het archief gevonden. 1 month ago
hotel room hotelkamer 1 month ago
in a small hotel in een klein hotel 1 month ago
in a large hotel in een groot hotel 1 month ago
he has a small head hij heeft een klein hoofd 1 month ago
What do they say Sir? Wat zeggen ze, meneer? 1 month ago
I cycle. Ik fiets. 1 month ago
for 12.15 p.m voor 12.15 uur 1 month ago
He will be late. Hij komt te laat. 1 month ago
isn’t ever is nooit 1 month ago
have never heb nog nooit 1 month ago
surname achternaam 1 month ago
I live ik woon 1 month ago
for lunch voor de lunch 1 month ago
some soup wat soep 1 month ago
under the name of onder de naam van 1 month ago
Under what name? Onder welke naam? 1 month ago
What do they say? Wat zeggen ze? 1 month ago
a head vooruit 1 month ago
she says zegt ze 1 month ago
at noon ’s middags 1 month ago
a name een naam 1 month ago
he says hij zegt 1 month ago
noon middag 1 month ago
Not at all. I have to go downtown anyway. Helemaal niet. Ik moet toch naar het centrum. 1 month ago
If today is Friday, tomorrow is Saturday. Als het vandaag vrijdag is, is het morgen zaterdag. 1 month ago
I would also like to buy some shoes. Ik wil ook graag schoenen kopen. 1 month ago
Do you have grandchildren? Heeft u kleinkinderen? 1 month ago
I would just go to town. Ik zou gewoon naar de stad gaan. 1 month ago
she has four grandsons ze heeft vier kleinzonen 1 month ago
I’m just going to go to town. Ik ga even naar de stad. 1 month ago
The day after Friday is Saturday. De dag na vrijdag is zaterdag. 1 month ago
Friday is the day before Saturday. Vrijdag is de dag vóór zaterdag. 1 month ago
I have a brother who is called Peter. Ik heb een broer die Peter heet. 1 month ago