Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The truck driver was surrounded by a group of protesters. De vrachtwagenchauffeur werd klemgereden door een groep demonstranten.
She cried for joy when she heard that her son had survived the plane crash. Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.
The Spanish police tried to stop people from voting in Catalonia. De Spaanse politie trachtte te verhinderen dat het volk in Catalonië kon stemmen.
Rembrandt made a deposit of one quarter of the total price for his new home. Voor zijn nieuwe woning deed Rembrandt een aanbetaling van een vierde van de totale prijs.
The statistical analysis revealed some interesting deviations in the results. De statistische analyse onthulde enkele interessante afwijkingen in de resultaten.
It were very large slippers, which only her mother had worn so far, that’s how big they were. Het waren heel grote pantoffels, die haar moeder tot dusverre gedragen had, zo groot waren zij.
The statistical report displayed the differences between actual and expected figures. Het statistische rapport toonde de afwijkingen tussen de werkelijke en verwachte cijfers.
During an interview after the game, the coach voiced his discontent towards the umpire. Tijdens een interview na afloop van de wedstrijd uitte de coach zijn ongenoegen over de scheidsrechter.
The horses galloped to the centre of the dance floor and stood there prancing and bucking. De paarden galoppeerden naar het midden van de dansvloer en bleven daar steigerend en bokkend staan.
The exhibition showcased breathtaking jewelry made by local goldsmiths. De tentoonstelling toonde adembenemende sieraden die door lokale edelsmeden waren gemaakt.
As the iron was heating up, Mary poured distilled water into the reservoir to make steam. Terwijl het strijkijzer opwarmde, schonk Mary gedistilleerd water in het reservoir om stoom op te wekken.