wat leefden ze eenvoudig toen
Tom bracht de nacht door in het woud.
Ik speelde vroeger de trombone.
Het benijdde ze volstrekt niet.
zij lachten en schreeuwden
Yanni vertrok meteen op het werk.
Door de val brak hij een bot in zijn been.
En de andere kinderen jubelden mee
En de andere zwanen bogen zich voor hem.
Het bouwen van deze brug duurde drie jaar.
ze gooiden brood en gerst in het water
het water droop haar uit het haar en de kleren
Enige kinderen kwamen de tuin inlopen
Yanni wou met een detective spreken.
En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
De student vertrok zonder iets te zeggen.
het dacht er waarlijk niet aan te trouwen
En toen deed zich andermaal een knal horen.
Ze had het sipste gezicht dat Harry ooit gezien had.
Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.