Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Yanni’s dog is not aggressive.	De hond van Yanni is niet agressief.
	Wine is an alcoholic beverage.	Wijn is een alcoholische drank?
	A beard does not make a philosopher.	Een baard maakt je nog geen filosoof.
	He is tired and hungry and especially confused.	Hij is moe en hongerig en vooral in de war.
	Ambassador calls president incompetent	Ambassadeur noemt president onbekwaam
	Why does your anger burn against us?	Waarom ontbrandt uw toorn tegen ons?
	This is a sensible approach.	Dit is een verstandige benadering.
	This is a historic mistake.	Dit is een historische vergissing.
	There will also be a joyous entry in Brussels.	Er komt ook een blijde intrede in Brussel
	He has a lot of self confidence.	Hij heeft veel zelfvertrouwen.
	this embraces the entire life cycle	dit omhelst de volledige levenscyclus
	Which original iPad cover fits your iPad?	Welke originele iPad hoes past bij je iPad?
	I can’t hear what you’re saying; it’s too noisy here.	Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.
	Flemish government gives support to growers	Vlaamse regering geeft steun aan kwekers
	What is life without the radiance of love?	Wat is het leven zonder de glans van de liefde?
	less filling up leads to lower taxes	minder tanken leidt tot lagere accijnzen
	You cannot save the game at this moment.	Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
	But their plan failed utterly.	Maar hun plannetje mislukte faliekant.
	Mount Everest is a mountain.	De Mount Everest is een berg.
	Can I charge my phone anywhere around here?	Kan ik mijn telefoon hier ergens opladen?