Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Nobody can answer this question.	Niemand kan deze vraag beantwoorden.
	His wife nags him constantly.	Zijn vrouw zit voortdurend aan zijn kop te zeuren.
	I cannot distinguish a frog from a toad.	Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
	Don’t worry, I’ll translate that for you.	Maak je geen zorgen, ik zal dat voor je vertalen.
	Today is a cool, rainy day.	Vandaag is een koude, regenachtige dag.
	Could you explain in detail how you did that?	Kan je in detail uitleggen hoe je dat gedaan hebt?
	There is so much more to discover in Algeria.	Er is zoveel meer te ontdekken in Algerije.
	Berlusconi: conviction is completely unfounded	Berlusconi: veroordeling is totaal ongegrond
	If I forward this dossier, it becomes official.	Als ik dit dossier doorstuur, wordt het officieel.
	The management of bpost doesn’t understand the notification.	De directie van bpost begrijpt de aanzegging niet.
	China keeps millions of vehicles off the street	China weert miljoenen voertuigen van de straat
	The boundary between home and office has faded	De grens tussen thuis en kantoor is vervaagd
	She is no longer a nine-year-old Cinderella.	Ze is geen negenjarige assepoester meer.
	Technology is everything nowadays.	Techniek staat voor alles tegenwoordig.
	then watch out that you don’t devour each other	kijk dan maar uit dat u elkaar niet verslindt
	Situation in Brussels is becoming increasingly dire	Toestand in Brussel wordt almaar nijpender
	Obviously a hug must remain possible.	Uiteraard moet een knuffel mogelijk blijven.
	No, Mary isn’t my stepsister, she’s my half sister.	Neen, Maria is niet mijn stiefzuster, zij is mijn halfzuster.
	Too much protection makes children vulnerable.	Teveel bescherming maakt kinderen kwetsbaar.
	Wisdom does not automatically come with age.	Wijsheid komt niet automatisch met de leeftijd.