Stop met zeuren.
te verleiden
We eten veel pasta.
te borstelen
te blokkeren
te verlengen
te ontwijken
te ontmoeten
te vergroten
te wriemelen
te verzoenen
Wij gaan ook wenen.
Ik moet hoesten.
het bed opmaken
werkloos zijn
gaan wandelen
websites maken
Hij wil leren koken.
te liplezen
te versterken