Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I must clean the bathroom right away.	Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
	We need to maintain the momentum during the race.	We moeten de schwung behouden tijdens de race.
	less filling up leads to lower taxes	minder tanken leidt tot lagere accijnzen
	You cannot save the game at this moment.	Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
	Can you recommend a reasonably priced guest house?	Kunt u een goedkoop pension aanbevelen?
	Even if you’re tired, you must persevere.	Zelfs als je moe bent, moet je doorzetten.
	The same question continued to turn in his head.	Diezelfde vraag bleef door zijn hoofd malen.
	Can you change a traveller’s cheque for me?	Kan u een traveller’s check wisselen?
	I promise that I won’t tell anyone.	Ik zal het heus niet doorvertellen.
	I can’t condone what you did.	Ik kan hetgeen je deed niet goedkeuren.
	I’m sure that Tom will explain it to you eventually.	Ik weet zeker dat Tom het je ooit zal uitleggen.
	How can I reduce my double chin?	Hoe kan ik mijn onderkin verminderen?
	Overlap can occur.	Er kunnen overlappingen optreden.
	Could you show me where I am on the map?	Kan u op de kaart aanduiden waar ik me bevind?
	we need togetherness	we hebben nood aan samenhorigheid
	We have decided to ask for clarification.	We hebben beslist om opheldering te vragen.
	She doesn’t know how to drive a car.	Zij weet niet hoe ze een auto moet besturen.
	but few ethical forms of investment	maar weinig ethische vormen van beleggen
	New drivers have to bring relief.	Nieuwe chauffeurs moeten soelaas brengen.
	I want to talk to the Canadian consulate.	Ik wil met het Canadese consulaat spreken.