Op een dag zullen we het weten.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
goed af zijn
thuis blijven
geboren worden
Ik weet niet of dit genoeg zal zijn.
Nu kan ik eendeneieren krijgen.
Ik wil niet alleen blijven met Tom.
Mensen kunnen niet leven zonder water.
te nemen
te vinden
een bad nemen
Ik kon niemand vinden.
Yanni moet werk vinden.
Ik denk dat ik Tom kan vinden.
Hier zullen ze ons nooit vinden.
gaan winkelen
Ik zal wijn brengen.
Dat kan ik niet betalen