Tom zou me dat nooit laten doen.
Ik zou dat wel eens willen zien.
Ik wil een kat zijn.
Tom zal te laat zijn.
Van mij zelf wil ik niet spreken.
Ik wil niet van mij zelf spreken.
in bad gaan
te houden
te zeggen
te liggen
als ik daar heen zou gaan
Wie ben ik om dat te zeggen?
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
het wist zelf niet, hoe het zich zou houden
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
te weten
Hoe vaak ga je zwemmen?
Dat zou je moeten weten.
Tom wilde naar huis komen.
Weten je ouders waar je bent?