"there" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch	Status
	There’s no proof.	Er is geen bewijs.
	There is not much hope.	Er is weinig hoop.
	What happened?	Wat is er gebeurd?
	I’m glad you weren’t there.	Ik ben blij dat je er niet was.
	Is that what happened with Tom?	Is dat wat er met Tom is gebeurd?
	What’s going to happen to Yanni?	Wat gaat er met Yanni gebeuren?
	Tom has to tell Mary what happened.	Tom moet Mary vertellen wat er gebeurd is.
	We must tell everybody what happened.	We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
	The bus leaves every ten minutes.	Iedere tien minuten gaat er een bus.
	There are too many cars in the big cities.	Er zijn te veel wagens in de grote steden.
	but he felt something towards them as he had never felt for anything else	maar toch liep het er hoog mee, zoals het nog nooit ergens mee gedaan had
	Can you arch your back, or purr, or throw out sparks?	Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
	Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
	Is there a TV in the room?	Is er een TV in de kamer?
	“Now someone is dying,”	«Nu sterft er iemand!»
	What’s in these boxes?	Wat zit er in deze dozen?
	Have you found one?	Heb je er een gevonden?
	A fly fell into the milk.	Er viel een vlieg in de melk.
	I don’t want to talk about it anymore.	Ik wil er niet meer over praten.
	Where are there a lot of restaurants?	Waar zijn er veel restaurants?