Ik heb een postkaart nodig.
Deze foto is vorig jaar genomen.
Dat was een moeilijke test.
Tom kan het niet verdragen.
Eet je graag champignons?
Kunnen we in de schaduw zitten?
Ik poets de keuken bijna elke dag.
hij voelde een golf van opwinding
een treuzelaar dat klopt, dat is waar
Ik ben een Brits staatsburger.
Deze wolk heeft de vorm van een vis.
wat leefden ze eenvoudig toen
Ik moet naar Spijkenisse.
Heeft u bediening aan tafel?
We wonen dichtbij een rivier.
Heeft ze je het geld gestuurd?
Je mag dit niet verprutsen.
Hij is een verrader geworden.
dit akkoord wordt nageleefd
Er staat veel rommel op de zolder.