haar handen op haar schoot
Er werd een grote jacht gehouden; de jagers lagen rondom het moeras; ja, enigen zaten boven in de takken der boomen, die zich ver over het riet uitstrekten.
Dat is laster, leugens.
Ik wil een gerecht met ham.
Wat bedoel je precies?
Kunt u dat bewijzen?
Niemand zit vooraan.
Hij schudt zijn hoofd.
Niemand begreep mij.
Hij werd rood van woede.
Heb je sigaretten?
Kan ik een stoel boeken?
Kan ik een tafel boeken?
veel gereis deze maand
Er waren veel vliegen.
De eend bekeek het eens.
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
Het vroor, dat het kraakte
Ik wil vertrekken.
Ik ben vegetariër.