voordat ze hier kwam
zijn mondhoek
Hoeveel papier wil je?
Tom woont in dit gebied.
Dat is geen probleem.
Ik wou dat we konden helpen.
Kennen jullie dit woord?
Nee, het is geen kalkoen.
Hoeveel gaat het kosten?
Ik wou dat iedereen dit wist.
Mag ik even uw aandacht?
Waar kennen we elkaar van?
Mag ik het menu, alstublieft
Ik ben blij dat je er niet was.
We zijn blij dat je kon komen.
Ik ga even naar het toilet.
Waarom was je te laat in de les?
Hoeveel talen wil je leren?
We gingen samen winkelen.