Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
No, but we do have a large attic.

Nee, maar we hebben wel een grote zolder.

I want a dish with beef.

Ik wil een gerecht met rundsvlees.

Put the book back where you found it.

Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.

What are you interested in?

Waar bent u in geïnteresseerd?

Please write your name in this book.

Schrijf alstublieft je naam in dit boek.

Why don’t we ask Tom to help us?

Waarom vragen we Tom niet om ons te helpen?

There was always something that was a bit not quite right.

Altijd was er iets, dat niet geheel in de haak was.

Can you tell us more about your company?

Kan je ons meer vertellen over je bedrijf?

Yes, that is a turkey egg!

Ja, dat is een kalkoenenei!

What’s a sweet girl like you doing in a place like this?

Wat doet een lief meisje als jij op een plaats als deze?

Who works in the furniture factory?

Wie werkt in de meubelfabriek?

I got a letter from Tom yesterday.

Ik heb gisteren een brief van Tom ontvangen.

and, see, she has a red patch on her leg

en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot

I need a toothbrush.

Ik heb een tandenborstel nodig.

What does John do in the furniture factory?

Wat doet Jan in de meubelfabriek?

There she sat, under the beautiful Christmas tree

Daar zat zij nu onder de heerlijke Kerstboom

I’m going to Australia to work on a farm.

Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.

Her little hands were almost completely frozen from cold.

Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.

“Believe me, it is a turkey egg!”

“Geloof mij, het is een kalkoenenei!”

I try to swim a kilometer a day.

Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.