Het arme eendje had het al heel slecht.
O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
Ik heb het op school geleerd.
Het voelde als een hartaanval.
het was de laatste avond van het jaar.
Ze heeft het geleerd van haar ouders.
Het doet nog steeds pijn.
Tom dacht dat het pijn zou doen.
Jullie moeten het me vertellen.
Eindelijk ging het ene ei na het andere open.
Het werd winter.
Het is ijskoud
Ze wil het doen.
Het is al zomer.
Het is niet mijn vak.
Wat voor weer wordt het?
Waarom doen we het nu niet?
Het wordt een warme dag vandaag.
dat dorp van toen, het is voorbij
Ik vind het leuk om problemen op te lossen.