Understand spoken Dutch

"is" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
By the way, what’s your address?

Trouwens, wat is je adres?

This is a picture of my school.

Dit is een foto van mijn school.

The police are looking for the robber.

De politie is op zoek naar de dief.

I hope the hotel is better now

ik hoop dat het hotel nu beter is

Tom forgot his umbrella.

Tom is zijn paraplu vergeten.

Who’s the president of this country?

Wie is de president van dit land?

I think that’s very important.

Ik denk dat dat heel belangrijk is.

that is the greatest of all

dat is de voornaamste van alle

I’m Mary by the way and this is Tom.

Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.

“Well, that is also a great pleasure!”, said the hen

“Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.

My house is on the other side of the river.

Mijn huis is aan de andere kant van de rivier.

The only thing you should do is wait.

Het enige wat je zou moeten doen is wachten.

Here’s a list of things that Tom needs to do.

Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.

This isn’t my umbrella. It belongs to someone else.

Het is niet mijn paraplu. Hij is van iemand anders.

and they all said: “That new one is the most beautiful of all!”

en zij zeiden allemaal: «Die nieuwe is nog de mooiste!

That man over there is the same man I saw in the park yesterday afternoon.

Die man daar is dezelfde man die ik gisteren namiddag in het park zag.

Where’s your husband?

Waar is je man?

The tide is out.

Het tij is laag.

This is my husband.

Dit is mijn man.

Is it a wolf?

Is het een wolf?