Mag ik de keuken zien?
Ik eet veel kalkoen.
Ik wou dat we konden helpen.
Ik wou dat iedereen dit wist.
Mag ik even uw aandacht?
Mag ik het menu, alstublieft
Ik ben blij dat je er niet was.
Ik ga even naar het toilet.
Ik wil dat je bij Tom blijft.
Hoe kom ik bij het centrum?
Ik kan geen wijn meer drinken.
Ik zou nu liever management doen.
Ik eet geen varkensvlees.
Dit is het soort muziek dat ik leuk vind.
Ik wist niet dat Mary jouw dochter was.
Hoe kom ik bij de luchthaven?
Ik weet nog steeds niet hoe dat is gebeurd.
Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
Ik ben ziek.