Tom zit nog steeds aan zijn bureau.
zijn telefoonnummer
Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
zijn bril
Tom is zijn paraplu vergeten.
Kan Tom zijn naam schrijven?
Tom heeft zijn auto verkocht.
Heeft Tom je over zijn ouders verteld?
Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?
Waarom heeft Tom zijn boerderij verkocht?
zijn spek
zijn harp
zijn litteken
zijn oude gewaad
Tom vond zijn telefoon.
Tom kon zijn ogen niet geloven.
liet het zijn scherpe tanden zien en
Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn