Verstijfd zat het kind daar met de lucifers, waarvan een doosje geheel opgebrand was.
Rondom de korenvelden en de weiden waren uitgestrekte bossen, en midden in de bossen diepe meren.
“Goddank!” zei het eendje met een zucht; “ik ben zo lelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijten.”
Het eendje moest in het water rondzwemmen om te maken, dat dit niet helemaal dichtvroor
Haar voetjes had zij naar zich toe getrokken; maar nu werd zij nog kouder, en naar huis durfde zij niet; zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee.
Heb maar niet zoveel noten op je zang, en wees dankbaar voor al het goede, dat men je bewezen heeft
In deze koude en in deze duisternis liep op straat een klein, arm meisje blootshoofds en barrevoets.
En de lucifers schitterden met zulk een glans, dat het helderder werd dan midden op de dag.
Daar liep nu het kleine meisje op bloote voeten, die rood en blauw van de kou waren.
’s Morgens zag men het vreemde eendje dadelijk, en nu begon de kater te blazen en de kip te kakelen.
Het eendje kende die prachtige beesten en werd door een eigenaardige treurigheid aangegrepen.
Het doet er niet toe, door een eend uitgebroed te worden, als men maar uit een zwanenei gekomen is!
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
Toen zij het huis uitging, had zij wel is waar pantoffels aangehad; maar wat hielp dat?
’t Was gelukkig, dat de deur openstond en dat het tussen de takken in de vers gevallen sneeuw kon sluipen
zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.
“Wat ben jij er voor één?” vroegen zij, en het eendje wendde zich naar alle kanten en groette zo goed het kon.
Sidderend van koude en honger sloop de arme kleine voort als een beeld van jammer en ellende!
Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?