Is het glas halfvol of halfleeg?
ze gooiden brood en gerst in het water
een mengeling van afgunst en venijn
maar de Hollanders schiepen Holland
het water droop haar uit het haar en de kleren
Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
in gebieden die door Israël werden bezet
Zonder zijn bril is hij zo blind als een mol.
Dialecten worden minder en minder gesproken.
En zo begaven zij zich naar de eendenkooi.
Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.
Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
Koeien en paarden staan ’s zomers in de wei.
“Piep, piep!” zei het jong en kroop er uit.
Wil je met ons meegaan en trekvogel worden?
Dag, mevrouw, weet u soms wanneer de bus komt?
Elke volwassene die ik ken drinkt bier.
want de pijl had een pees in zijn hals getroffen
Zo ging het de eerste dag, en later werd het al erger en erger.
Er is maar één winkel die dit boek verkoopt.