Understand spoken Dutch

Conjunctions Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
The Christmas lights shone higher and higher

De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger

Tom and Mary live on the same floor.

Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.

He does not distinguish between good and evil.

Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.

Here an old woman lived with her cat and her chicken.

Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.

Where is an ATM?

Waar vind ik een geldautomaat?

All of my brothers and sisters were born in Boston.

Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.

cod fillet and cream of leek

kabeljauwfilet en preiroom

Tom and I haven’t talked in years.

Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.

Tom isn’t like other boys his age.

Tom is niet zoals andere jongens van zijn leeftijd.

He destroyed cities and farms in his path.

Hij verwoestte steden en boerderijen op zijn pad.

They clapped their wings, and swam proudly in the water.

Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.

Just ask our mistress yourself, the old woman.

Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw

The poor duckling did not know what to do

Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren

these clapped louder than before and carried him strongly from here

deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar

Where is the registration centre?

Waar is het registratiekantoor?

“Now I am almost getting bored!” and she sat down on it again.

“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.

I only want to live in an apartment if it has a balcony.

Ik wil enkel in een appartement wonen als het een balkon heeft.

For sure, her father would beat her, and at home it was also cold.

Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.

she hadn’t sold even one matchbox and she hadn’t brought a single penny

zij had immers geen enkel doosje lucifers verkocht en bracht geen cent mee

“Well there, how are you?” an old duck asked, who came to visit her.

“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.