Tom wilde naar huis komen.
Weten je ouders waar je bent?
Op een dag zullen we het weten.
We hebben het vaak over het weer.
Ik zou haar elke dag willen zien.
Ik moet je iets vertellen.
Ik zal het niemand vertellen.
Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!
af
of
mes
man
oud
per
veel
liet
waar
deed
tijd
dorp