Waar is de badkamer?
Wie ben ik om dat te zeggen?
En zo ging het eendje dan heen
Wanneer kom je terug naar huis?
een beetje meer alstublieft
toen ik naar de badkamer ging
Is er een badkamer in de kamer?
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
het wist zelf niet, hoe het zich zou houden
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
op
zit
nee
weg
gaf
vaak
hoog
elke
kant
dood