het riet
kat en hond
de vraag
de kater
Ik heb een kat.
Je bent laat.
zwanenei
de zwanen
een paar jaar
Waar is je kat?
Ik heb een hond.
vijf voor acht
vijf voor vier
Hoe laat is het?
Dat is mijn hond.
Dit is genoeg.
en de kater zei
Ik wil een kat zijn.
de vleugels