Hij is altijd op tijd.
zes maanden geleden
Ze hebben al gegeten.
twee maanden geleden
Ik drink te veel koffie.
Die mensen daar ken ik niet.
Waarom doen we het nu niet?
Eet je graag knoflook?
Tom heeft niet gegeten.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Tom heeft niets gegeten.
Ik heb al genoeg gegeten.
Hoe kom ik bij het station?
Net als iedereen in Nederland.
Waar is de bus naar Londen?
Kijk je graag televisie?
We kunnen later gaan winkelen.
Waar is de trein naar Londen?
Zij stak nog een lucifertje aan.
iemand met minder ervaring