Adjectives Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Were my questions difficult?	Waren mijn vragen lastig?
	We knew that in advance.	Dat wisten we van tevoren.
	The retaliation was severe.	De vergelding was streng.
	it has not changed	het is niet veranderd
	What does that word mean?	Wat betekent dat woord?
	Were you married at that time?	Was je op dat moment getrouwd?
	I want to go there once more.	Ik wil daar nog een keer heen.
	The speech took too long.	Het betoog duurde te lang.
	rapid response team	Mobiele Urgentiegroep
	RRT	MUG
	We were aware of what was going on.	We wisten wat er gaande was.
	a sweet little black cat	een lieve, kleine, zwarte kat
	He made it public.	Hij hing het aan de grote klok.
	personal information	persoonlijke gegevens
	software applications	software toepassingen
	I need a distraction.	Ik heb afleiding nodig.
	I have fifty euros in my pocket.	Ik heb vijftig euro in mijn zak.
	How do you say ‘Hello’ in English?	Hoe zeg je ‘hallo’ in het Engels?
	They’ve got lost.	Ze zijn verdwaald geraakt.
	His suit has a pinstripe.	Zijn pak heeft een krijtstreep.