Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) ส (1)
English Dutch Recording Learn
I’ll ask Tom tomorrow.

Ik zal het Tom morgen vragen.
I’ll assist you.

Ik help je.
I’ll be back soon.

Ik ben zo terug.
I’ll be flying to Boston.

Ik ga naar Boston vliegen.
I’ll be right back.

Ik kom zo terug.
I’ll bring wine.

Ik zal wijn brengen.
I’ll call the police.

Ik roep de politie.
I’ll come back.

Ik kom terug.
I’ll get you some coffee.

Ik haal wat koffie voor je.
I’ll give you a demonstration.

Ik zal je een demonstratie geven.
I’ll note the address.

Ik zal het adres noteren.
I’ll see you at lunch.

Ik zie je bij de lunch.
I’ll show you a few pictures.

Ik zal je een paar foto’s laten zien.
I’ll steal a car.

Ik ga een auto stelen.
I’ll take a shower.

Ik ga douchen.
I’m 25.

Ik ben 25.
I’m a vegetarian.

Ik ben vegetariër.
I’m afraid that I don’t understand that.

Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.
I’m against corruption.

Ik ben tegen corruptie.
I’m behind him.

Ik sta achter hem.
I’m certainly not about to leave you behind.

Ik laat je heus niet achter.
I’m cured.

Ik ben genezen.
I’m curious.

Ik ben benieuwd.
I’m dropping out of school.

Ik ga van school af.
I’m finished.

Ik ben klaar.
I’m freezing.

Ik bevries.
I’m from England.

Ik kom uit Engeland.
I’m from Spain.

Ik kom uit Spanje.
I’m glad you invited me.

Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
I’m glad you weren’t there.

Ik ben blij dat je er niet was.
I’m going shopping tomorrow.

Ik ga morgen winkelen.
I’m going to Australia to work on a farm.

Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
I’m going to wash my hair today.

Ik ga vandaag mijn haar wassen.
I’m guessing you didn’t buy this yourself.

Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.
I’m happy.

Ik ben gelukkig.
I’m ill.

Ik ben ziek.