English-Dutch Dictionary - D

0 (1) 1 (6) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1691) B (591) C (1029) D (721) E (441) F (572) G (358) H (941) I (1639) J (101) K (65) L (429) M (582) N (297) O (316) P (719) Q (27) R (442) S (1468) T (6379) U (130) V (105) W (998) X (4) Y (322) Z (10)

English	Dutch	Learn
decision	beslissing	Learn
decisions	beslissingen	Learn
decisive	doortastende	Learn
deck	dek	Learn
declaration	aangifte	Learn
declarations	aangiftes	Learn
decorated	versierd	Learn
decorations	versieringen	Learn
decrease	afname	Learn
dedicated	gewijd	Learn
dedicated	wijdde	Learn
dedication	toewijding	Learn
deeds	daden	Learn
deep (inflected form)	diepe	Learn
deep	diep	Learn
deep infection of the respiratory system	diepe infectie aan de luchtwegen	Learn
defeat	nederlaag	Learn
defeats	verslaat	Learn
defects	mankementen	Learn
defence	afweer	Learn
defenceless	weerloos	Learn
defendant	verweerder	Learn
defendant	beklaagde	Learn
defender	verdediger	Learn
defense	defensie	Learn
defense	verweer	Learn
defensible	verdedigbaar	Learn
defies	tart	Learn
defined	afgelijnd	Learn
definite article	bepaald lidwoord	Learn
definitely consult the website	raadpleeg dan zeker de website	Learn
defog	ontwasem	Learn
Defog the lens with a cloth.	Ontwasem de lens met een doekje.	Learn
Defog the mirror.	Ontwasem de spiegel.	Learn
Defog your diving mask before diving.	Ontwasem je duikmasker voordat je duikt.	Learn
deformed	mismaakt	Learn