Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - D

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) ส (1)
English Dutch Recording Learn
Do you accept British pounds?

Kan ik met Britse ponden betalen?
Do you believe in love?

Geloof je in liefde?
Do you buy airline tickets online?

Koopt u vliegtickets online?
Do you cook often?

Kook jij vaak?
Do you get heartburn after eating certain foods?

Krijg je brandend maagzuur na het eten van bepaald voedsel?
Do you get it?

Snap je het?
Do you hate Tom?

Haat je Tom?
Do you have a bank?

Heb je een bank?
Do you have a cleaner room?

Heeft u een schonere kamer?
Do you have a larger room?

Heeft u een grotere kamer?
Do you have a light?

Heb je een vuurtje?
Do you have a managerial position?

Heb je een leidinggevende functie?
Do you have a safe?

Heeft u een kluis?
Do you have an ashtray?

Heb je een asbak?
Do you have an objection to Skype?

Heb je bezwaar tegen Skype?
Do you have any candles?

Heb je kaarsen?
Do you have any idea?

Heb je enig idee?
Do you have any rooms available?

Heeft u kamers vrij?
Do you have any snacks?

Heeft u snacks?
Do you have any vegetarian dishes?

Heb je vegetarische schotels?
Do you have anything quieter?

Heeft u iets rustigers?
Do you have beans?

Heb je bonen?
Do you have cauliflower?

Heb je bloemkool?
Do you have cigarettes?

Heb je sigaretten?
Do you have lockers?

Heeft u bagagekastjes?
Do you have news from your brother?

Heb je nieuws van je broer?
Do you have this in my size?

Heeft u dit in mijn maat?
Do you know anybody who works in that building?

Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
Do you know how I can get there?

Weet je hoe ik daar kan komen?
Do you know how long the trip takes?

Weet u hoe lang het rijden is?
Do you know this word?

Kennen jullie dit woord?
Do you know what Tom’s favorite drink is?

Weet jij wat Tom zijn favoriete drankje is?
Do you know why Tom bought this?

Weet je waarom Tom dit gekocht heeft?
Do you like beef?

Hou je van rundsvlees?
Do you like fish?

Hou je van vis?
Do you like pork?

Hou je van varkensvlees?