Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - M

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)
Dutch Recording English Learn
moedigt aan
encourages
moeilijk
difficult
moeilijk
tough
moeilijk te pakken
hard to catch
moeilijke
difficult (inflected form)
moeilijkheden
difficulties
moeite
trouble
moeiteloos
effortlessly
moeizaam
painfully
moes
mush
moest
had to (singular)
moestuin
allotment
Moet dat een vraag voorstellen?
Is that supposed to be a question?
Moet dit een cadeau voorstellen?
Is this supposed to be a gift?
Moet dit een grap voorstellen?
Is this some kind of joke?
Moet je de politie niet bellen?
Shouldn’t you call the police?
Moet je voorrang verlenen aan de achteruitrijdende rode auto?
Do you have to give way to the reversing red car?
Moet Tom niet eerst gaan?
Shouldn’t Tom go first?
moeten
must (plural)
moeten
must (infinitive)
mogelijk
possible
mogelijk naderende vergeldingsaanval
possible impending retaliatory attack
mogelijke
possible (long form)
mogelijkheden
opportunities
mogen
to be allowed to
Mogen we de rekening alstublieft?
Can we have the bill please?
Mogen we de wijnkaart zien?
Can we see the wine list?
Mogen we het menu zien?
Can we see the menu?
Mogen we hier zitten?
Can we sit here?
mol
mole
mollig
plump
mollig
chubby
moment
moment
Momenteel kijken wij uit naar een enthousiaste, gedreven projectmanager om onze afdeling Content & Online Solutions in Mechelen te versterken
We are currently looking for an enthusiastic, driven project manager to strengthen our Content & Online Solutions department in Mechelen
mondeling
oral
monden
mouths