Dutch-English Dictionary - K

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)

Dutch	English	Learn
kunststof	plastic	Learn
kunsttentoonstelling	art exhibition	Learn
kunstwerk	artwork	Learn
kunt	can (2nd person singular)	Learn
Kunt u dat bewijzen?	Can you prove it?	Learn
Kunt u dat voor me opschrijven?	Can you write that down for me?	Learn
Kunt u een goed toneelstuk aanbevelen?	Can you recommend a good play?	Learn
Kunt u een goedkoop pension aanbevelen?	Can you recommend a reasonably priced guest house?	Learn
Kunt u mij dat tonen op de kaart?	Can you show me that on the map?	Learn
Kunt u mij hier afzetten?	Can you drop me here?	Learn
Kunt u mij terugbellen op mijn vaste lijn?	Could you call me back on my landline?	Learn
Kunt u mij wekken om zeven uur ’s morgens?	Can you wake me at 7 a.m.?	Learn
Kunt u mijn kamer schoonmaken.	Please clean my room.	Learn
Kunt u stappen?	Can you walk?	Learn
kussens	pillows	Learn
kussensloop	pillowcase	Learn
kust	coast	Learn
kuste	kissed	Learn
kustgemeenten	coastal municipalities	Learn
kustlijn	coastline	Learn
kwaad, pijn doen	to harm	Learn
kwaadaardig	evil	Learn
kwaadaardige	evil (inflected form)	Learn
kwalificaties	qualifications	Learn
kwallen	jellyfish	Learn
kwam	revived (part 1)
kwam bij	revived	Learn
kwamen	came	Learn
kwamen	approached (part 1)
kwamen af	approached	Learn
kwart	quarter	Learn
kwart over vier	quarter past four	Learn
kwart voor negen	quarter to nine	Learn
kwart voor zes	quarter to six	Learn
kwartier	quarter of an hour	Learn
kweek	grow	Learn