Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (717) B (1128) C (201) D (3961) E (1475) F (203) G (923) H (2247) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (392) O (809) P (525) Q (2) R (394) S (1105) T (1090) U (194) V (1267) W (1134) X (3) Y (88) Z (929)

Dutch	English	Learn
Hoe toevallig!	How fortuitous!	Learn
Hoe vaak ben je in Nederland geweest?	How often have you been in the Netherlands?	Learn
Hoe vaak drink je kruidenthee?	How often do you drink herbal tea?	Learn
Hoe vaak ga je zwemmen?	How often do you go swimming?	Learn
Hoe vaak per week neem je een bad?	How many times a week do you take a bath?	Learn
Hoe waren de lades bevestigd?	How were the drawers attached?	Learn
Hoe weet je welke kwast of penseel je moet gebruiken?	How do you know which brush or pencil you should use?	Learn
Hoe werken deze dingen?	How do these things work?	Learn
Hoe werkt kunstmatige intelligentie?	How does artificial intelligence work?	Learn
Hoe wil de CM het probleem aanpakken?	How does the CM intend to tackle the problem?	Learn
Hoe wist je dat Tom en Mary degenen waren die je saxofoon hadden gestolen?	How did you know Tom and Mary were the ones who stole your saxophone?	Learn
Hoe zal het zijn?	What’ll it be like?	Learn
Hoe zal ik met deze pijn kunnen leven?	How will I live with this pain?	Learn
Hoe zeg je ‘hallo’ in het Engels?	How do you say ‘Hello’ in English?	Learn
Hoe zielig!	How pathetic!	Learn
Hoe zijn de arbeidsomstandigheden?	What are the working conditions?	Learn
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wensen, zelf zo mooi te zijn?	How could he ever think to wish to be this pretty himself?	Learn
hoed	hat	Learn
hoedanigheid	capacity	Learn
hoefde	needed	Learn
hoeft	needs to (3rd person singular)	Learn
hoek	corner	Learn
hoelang	how long	Learn
Hoelang leeft een schildpad?	How long does a turtle live?	Learn
hoes	cover	Learn
hoesten	to cough	Learn
hoestsiroop	cold medicine	Learn
hoestte	coughed	Learn
hoeve	farm	Learn
hoeveel	how many	Learn
hoeveel	how much	Learn
Hoeveel alinea’s telt het artikel?	How many paragraphs does the article have?	Learn
Hoeveel bedroegen de onkosten?	How much were the expenses?	Learn
Hoeveel ben jij schuldig?	How much do you owe?	Learn
Hoeveel dagen blijft ze hier?	How many days is she staying here?	Learn
Hoeveel gaat het kosten?	How much will it cost?	Learn