je
Wat zei je?
als je goed bent
Hoe gaat het met je?
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
Eet je graag kip?
Ik wist wel dat je zou komen.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Wie ben je?
Wat denk je van dit boek?
Wat doe je?
Ben je daar geweest?
Hoe doe je dat met je hand?
Je ziet er verschrikkelijk uit.
Je bent laat.
Wanneer kom je terug naar huis?
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Hoe vaak ga je zwemmen?
Ik dacht dat je om Tom gaf.