"you (formal)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	You wouldn’t be able to handle the pressure.	U zou de druk niet aankunnen.
	I never imagined meeting you here.	Ik had nooit gedacht u hier te zien.
	Do you wear dentures?	Draagt u een kunstgebit?
	Do you have lockers?	Heeft u bagagekastjes?
	I hope you have a speedy recovery.	Ik hoop dat u een spoedig herstel heeft.
	I need you to urinate in this cup.	Ik moet u vragen om in deze beker te plassen.
	Can you wake me at 7 a.m.?	Kunt u mij wekken om zeven uur ’s morgens?
	For this property, you have to pay a property tax.	Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.
	Do you have any snacks?	Heeft u snacks?
	I’m not avoiding you.	Ik vermijd u niet.
	Do you serve alcohol?	Serveert u alcohol?
	Can you prove it?	Kunt u dat bewijzen?
	Did you see your attacker?	Hebt u uw belager gezien?
	Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?
	Do you have a dictionary?	Heeft u een woordenboek?
	Is there table service?	Heeft u bediening aan tafel?
	Did you enjoy your meal?	Heeft u genoten van uw maaltijd?
	Can you recommend another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	Can you suggest another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	They are trying to drive a wedge between you and us.	Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.