Ik ben misselijk.
Draag je vaak een hoed?
de jobs die ik heb gehad
Wat is je postcode?
Was er iemand gewond?
Ik blijf vier nachten.
en ik bedoel grondig
Zij haalde er een uit!
een budget opmaken
Ik heb hoofdpijn.
Liefde kan blind zijn.
Yanni is schuldig.
Dat huis is niet te koop.
Dat is niet leuk; het is saai.
De beer is een groot dier.
Een schildpad is traag.
gemeentebesturen
Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
Waar brengt u me heen?
We hebben vijf katten.