Wie weet.
Wie is het?
Ik denk het.
onderging
“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
naar huis gaan
Welke dag is het?
dacht het kleine meisje
jij was
jij bent
Mag ik wat meer?
Jij weet meer over Tom dan wie dan ook.
En zo waren zij er dan zo goed als thuis.
ik moest
jij moest
hij moest
Yanni wist wat hij moest doen.
Ik zei niets.
maar ze zei niets
Ik ben nog in leven.