De man had pijn op zijn borst.
Het is omdat we haast hebben.
naar muziek luisteren
Je kunt mij gerust geloven!
Ik zou je nooit kunnen haten.
Wij zitten nooit vooraan.
We zijn architecten.
Hij zocht zijn sleutels.
Ik ben geboren in Chicago.
Ze houdt heel erg van katten.
Ik wou je niet beledigen.
wij hebben overal gezocht
Ze kunnen geen dijken maken.
een tak die zo dik was als een python
Londen is een Engelse stad.
«Dood mij maar!» zei het arme beest.
Ik beloof je dat je veilig bent.
Ik dacht dat je zwanger was.
Ik studeer elke dag Spaans.
Hoeveel ben jij schuldig?