Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
Plof! plof! ging het weer, zonder dat hij het beetpakte.
Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
niet meer die van een logge, grauwe, lelijke vogel
Nu kon het eendje opeens zijn vleugels uitslaan.
Zou het misschien een kalkoens kuikentje zijn?
in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
“Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.
de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen
die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
O, het kon die mooie, gelukkige vogels niet vergeten
En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.
«Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.
en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen
het was overgelukkig, maar volstrekt niet trots
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.
Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.