Het Lucifersmeisje
En zij streek al de lucifers uit het doosje af, want zij wilde haar grootmoeder zo graag bij zich houden.
Ja, daaraan dacht zij.
Zij stak nog een lucifertje aan.
«Zij heeft zich willen warmen!» zei men.
haar grootmoeder was vroeger nooit zo mooi, zo groot geweest
«Grootmoeder!» riep de kleine uit.
Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.
De kleine strekte haar beide handjes er naar uit: daar ging het lucifertje uit.
je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
O, wat glom, wat brandde dit!
Ach!
Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
Och, neem mij mee!
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde; maar daaraan dacht zij niet.
Zij haalde er een uit!
en daar boven was noch koude, noch honger, noch angst, zij waren bij God!
De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.
Ik weet dat je weer verdwijnt als het lucifertje uitgaat.
doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar.