hij vergezelt me overal
Ik heb met de kassa gewerkt.
Deze kaart is verouderd.
wanneer ik het geprint had
Ik heb gereserveerd.
Koopt u vliegtickets online?
Hoe zeg je ‘hallo’ in het Engels?
iedereen was gespannen
Ik heb hoestsiroop nodig.
Het is een hele lange vlucht.
Yanni loog over zijn leeftijd.
Ik ben geen separatist.
Yanni zijn lichaam was naakt.
Gehoorzaam je leraren.
Ik zoek een warme, wollen rok.
Je mag daar niets aanraken.
Zij poetst het huis elke week.
Ik ben serieus ontgoocheld.
Het was aangekondigd.
Hij kauwde op zijn hamburger.