Hij heeft een pistool.
je vaardigheden
Ik lunch meestal thuis.
Hoe raakte ze betrokken?
Ik heb ontslag genomen.
lichtte alle bedden op
Hebben we genoeg glazen?
tot zijn opluchting
daar heeft niemand baat bij
het is niet veranderd
Ik leg een knoop in het touw.
zijn favoriete kleur
Ze stoppen daar allebei.
Deze zin is heel interessant.
Was je op dat moment getrouwd?
Kan je saxofoon spelen?
Ze is behoorlijk ziek.
Ik heb drie wortels nodig.
We kunnen veranderen.
We gaan naar Duitsland.